Meer historie dan toekomst voor pastorie
‘In veel Noord-Nederlandse dorpen is de ambtswoning van de dominee, de pastorie, onmiddellijk herkenbaar als een statig historisch pand naast de kerk’. Zo begint het onlangs verschenen boek van Nikolaj Bijleveld en Justin Kroesen. Het lijkt er op dat het boek net op tijd de schappen heeft bereikt, want het fenomeen van pastorie wordt steeds schaarser. De discussie over de toerekening van de kosten aan de predikant zal het gebruik van pastorieën verder terugdringen zo is de verwachting.
We berichtten eerder over de kosten die voor predikanten ontstaan nu de vergoeding die ze moeten betalen gebaseerd is op de WOZ-waarde. Er volgden aanvullende onderhandelingen. En de nieuwsbrief van de Vereniging van Kerkrentmeesterlijk Beheer laat weten dat er een nader compromis is geformuleerd dat op 22 maart op de tafel van de kleine synode zal liggen. Het Georganiseerd Overleg heeft op 20 februari vergaderd en een reparatieregeling bevat. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe ver die regeling gaat. De VKB spreekt over een minimum woonbijdrage van 624 euro per maand en een maximum, een indexatie, een overgangssituatie voor predikanten zolang ze in de huidige gemeente blijven werken.
Ondertussen ligt het boek van Bijleveld in diverse boekhandels in het noorden van Nederland. Op de achterkant staat onder meer: ‘Deze rijk geïllustreerde uitgave behandelt de pastorie niet alleen als gebouw, maar ook als werk- en leefruimte van haar bewoners: predikanten en hun geiznnen. Aan de hand van historische bjdragen en interviews met hededaagse bewoners ontstaat een beeld van de rijke geschiedenis en de veranderdende betekenis van de protestantse pastorie in het Noord-ederlandse cultuurlandschap. In onze tijd dreigt het traditionele ‘pastorieleven’ als gevolg van de ontkerkelijking te verdwijnen. Een constante bij alle veranderingen is dat de pastorie door de eeuwen heen in een waas van geheimzinnigheid gehuld is geweest’.
Zolang het nog duurt dus. Inmiddels heeft 40 procent al een eigen woning, en dat zijn in de regel huizen die niet meer voor beschrijvingen in boeken in aanmerking komen; het zijn geen ambtswoningen, geen historische gebouwen, maar vooral rijtjeshuizen die hoogstens een garage missen om enige ruimte te bieden voor wat boeken en een zitje. Als de tendens zich doorzet, verschuift het boek van Bijleveld van de kunstafdeling waar hij nu nog ligt bij Planteyn Boeken in Gorredijk naar de afdeling geschiedenis.