Foto: Enkele leden van het breed moderamen bereiden zich voor op de vergadering
Visitatie in veel gevallen succesvol
Negen op de tien interventies van de visitatoren in Overijssel-Flevoland zijn succesvol. Ze leiden tot genormaliseerde situaties. Of ze geven de predikanten die met spanningen te maken hebben een nieuwe kans in een andere gemeente. De cijfers over de laatste zes jaar werden gedeeld in het breed moderamen op 11 oktober 2024. Het gesprek ging over het imago van de visitatoren.
De leden van het breed moderamen hebben de indruk dat het werk van de visitatoren onderschat wordt. Directe aanleiding om daarover te spreken was een artikel in het blad van de Bond van Nederlandse Predikanten. Daarin verscheen een artikel onder de kop ‘Kapot van de visitatie’. Prof. Michiel de Vries, een hoogleraar bestuurskunde uit Nijmegen, stelt in het blad dat er nogal wat misgaat in visitatieprocedures. Hij bekeek een aantal situaties. En hij vergeleek die met analyses die hij zelf in een recent uitgebracht boek ‘Kapot. Hoe vilein is de deugdindustrie?’ verwoordt.
Er kwam vanuit het breed moderamen kritiek naar voren op de analyse. Procedures rond opzicht en losmaking worden in het artikel van De Vries met elkaar verward. Voor de diversiteit van interacties door visitatoren is geen oog. En van hoor en wederhoor is in het artikel geen sprake. De Bond van Nederlandse Predikanten is daarmee eenzijdig in het tijdschrift. De leden van het bestuurscollege van Overijssel-Flevoland vinden dat veel heilzaam werk van de visitatie onderbelicht blijft. De BNP laat de oren te veel hangen naar de mensen die zijn losgemaakt van een gemeente. Deze mensen zitten vaak nog midden in een rouwproces.
De voorzitter van de visitatie had de cijfers en procedures nog eens op een rij gezet. Hij analyseerde zes jaren werk in de classis Overijssel-Flevoland. Er zijn twee losmakingen geweest. Dat is minder dan tien procent van het werk waar visitatie mee te maken heeft. Het gaat bij de toepassing van ord. 3.20 (losmaking) om een uitgewerkte procedure. Opdrachtverstrekking, procesgang en verslaglegging zijn uitvoerig protocollair vastgelegd. Het generaal college werkt aan een verder normenkader om eventuele verschillen tussen classes te uniformeren. Voor het protocol zoals het in Overijssel-Flevoland wordt toegepast, kan hier (straks) worden geklikt. Visitatie let op de vraag of er sprake kan zijn van stichtende arbeid. Het college onthoudt zich van persoonsgericht onderzoek. Als er al sprake zou moeten zijn van persoonsgericht onderzoek, dan besluit daartoe het generaal college voor de ambtsontheffing nadat er een losmaking heeft plaatsgevonden van een gemeente. De predikant kan zich daarop voorbereiden.
Verreweg de meeste visitaties gaan over spanningen tussen kerkenraad en predikant in allerlei schakeringen. Het betreft driekwart van de visitaties. Daarnaast kan visitatie gaan over spanningen rondom een gebouwenkwestie of een discussie over de invoering van een nieuwe liederenbundel. In bijna veertig procent weet de visitatie de situatie te helpen normaliseren. In iets meer dan vijftig procent van de situaties weet de visitatie de situatie ten goede te keren door bijvoorbeeld een predikant te helpen aan een detachering, een convenant of te adviseren rondom het beroepingswerk.
Het breed moderamen signaleerde dat mensen zelden van de hoed en de rand weten over de visitatie. De strikte vertrouwelijkheid wekt de onkunde in de hand. Daarom werd besloten de diversiteit van het werk vaker aan de orde te stellen in de plenaire classicale vergadering, er over te publiceren in geanonimiseerde vorm op het internet en in de contacten met land en derden vaker te vertellen over de goede resultaten die worden geboekt. Soms hebben ook ingewijde kerkenraadsleden bij visitatie nog associaties met breed opgezette gemeenteavonden. Veel van het werk van visitatoren-nieuwe-stijl vindt juist in kleine kring plaats.
Kerkelijk werker
Het breed moderamen zette de discussie voort over het toekennen van preekconsenten aan kerkelijke werkers. Het gaat om een thema dat in de achterliggende jaren vele malen op de agenda stond. De classicale vergadering sprak er dinsdag 9 oktober over. Een deel van de classis pleitte voor een ruimhartiger toepassing van de kerkorde. Een ander deel drong aan op een duidelijke omlijning van wat wel en niet kan worden geaccepteerd. Op de achtergrond spelen de veranderingen mee die de landelijke kerk doorvoert. Het breed moderamen besloot uiteindelijk de bestaande mogelijkheden binnen de contouren van de kerkorde op te rekken.
De kerkorde zegt in generale regeling 10.6.3, dat het breed moderamen een aanvraag voor een preekconsent kan indienen bij een landelijke commissie, indien ‘er geen andere mogelijkheid is om in het voorgaan van de kerkdiensten in de desbetreffende gemeente te voorzien’. Tot nu toe werd bij een aanvraag gelet op de beschikbaarheid van dienstdoende predikanten en emeritus-predikanten in de regio. Dat was reden voor het afwijzen van diverse aanvragen.
Na lange discussie is besloten een andere bedding te geven aan het artikel. Uitgangspunt voor de toekomst wordt de situatie in de (wijk)gemeente. Als er sprake is van meer vierplekken in een (wijk)gemeente dan er in dezelfde (wijk)gemeente dienstdoende predikanten zijn, wil het breed moderamen een verzoek positief doorsluizen naar de verantwoordelijke commissie. Uitgangspunt blijft wel dat de persoon in kwestie een volledig afgeronde HBO-opleiding theologie moet hebben afgerond en de daarbij behorende holi-cursus (gericht op het voorgaan in kerkdiensten) moet hebben gevolgd. Ook zal er in voorkomende gevallen een predikant moeten zijn die supervisie verzorgt, dan wel een vorm van begeleiding biedt. Het preekconsent zal alleen gelden voor de betreffende (wijk)gemeente.
Naar verwachting zullen circa vier of vijf kerkenraden met succes een preekconsent kunnen aanvragen op basis van de ruimere interpretatie van de kerkorde. Het breed moderamen meent met de koersbijstelling recht te doen aan de discussie in de classicale vergadering, de ontwikkelingen op landelijk niveau, en de rechtsgelijkheid tussen kerkelijk werkers op diverse plaatsen in Nederland. Er bestaat nog steeds twijfel of alle gemeenten voldoende zicht hebben op het geheel van beschikbare predikanten voor de invulling van kerkdiensten. Op dat punt zijn er preekvoorzieners die zich nog wel kunnen verbeteren.
In het gesprek over de kerkelijke werkers kwam een brief op tafel van een betrokkene. De persoon in kwestie voert een indringend pleidooi om de situatie aan te passen. De preses gebruikte de tekst om woorden die een emotionele lading hebben verder te analyseren met de roos van Leary, een model uit het onderwijs, waarin gedrag wordt geanalyseerd op basis van keuzes bij leidinggevenden. De getoonde emoties zeggen iets over de wijze van besturen van het breed moderamen. ‘Hoe willen we herkenbaar zijn voor kerkelijke werkers en kerkenraden?’ vroeg de preses. Het leidde uiteindelijk tot een verruiming van mogelijkheden. Men realiseerde zich tegelijk dat er situaties blijven waarin binnen het kader van de huidige kerkorde, zelfs bij een ruimhartige interpretatie, nog geen mogelijkheden zijn om te anticiperen op nieuwe regelgeving.
Verkiezingen
Het breed moderamen stelde vast dat de meeste vacante plaatsen in de classicale vergadering konden worden ingevuld. Er zijn nog drie vacatures. De kerkenraden hebben zelf de kans gehad daarvoor namen te noemen. Dat is niet gebeurd. De classispredikant werd gevraagd om mensen voor te dragen als hij geschikte kandidaten tegenkomt bij het bezoekwerk. Nieuwe vacatures zullen in de toekomst wel weer eerst aan de kerkenraden worden voorgelegd.
Het breed moderamen besloot verder een kandidaat te benaderen die mogelijk als secundus zou kunnen optreden naar de generale synode. Een feitelijke benoeming daartoe zou in de volgende classicale vergadering kunnen plaatsvinden.
Er vond een evaluatie plaats van de eerste classicale vergadering van Overijssel-Flevoland die niet in Dalfsen werd gehouden, maar in de regio, in Weerselo. Besloten werd de lijn voort te zetten en daarbij in de loop van vier jaar de acht ringen te bezoeken die de classis kent.
Het breed moderamen besloot een brief te sturen naar het moderamen van de generale synode met afschrift naar juridische zaken over de afstemming van pastores in een gemeente. Plaatselijke regelingen gaan daar niet op in. Ervaring in de classis Overijssel-Flevoland maakt duidelijk dat het benoemen van de afstemming tussen pastores de werkzaamheden en collegialiteit ten goede kan komen. Het bm suggereert daarom het thema op te nemen in de kerkorde.
Casuïstiek
Er kwamen twee concrete situaties aan de orde in het bestuur over predikanten die richting hun pensioen gaan. Er kwam een situatie voorbij van een gemeente die een predikant overweegt te beroepen die binnen twee of drie jaar met emeritaat kan gaan, omdat hij 67 jaar is. Zowel kerkenraad als predikant willen nu nog een samenwerking aangaan. De predikant wordt beroepen en spreekt bij voorbaat af dat hij ook na zijn 67ste in de gemeente blijft werken. Kan dat? De kerkorde verwijst naar de pensioenfondsen als het gaat om de termijnen waarvoor zoiets mogelijk is. Op dit moment is dat tot vijf jaar voorbij de 67 jaar. Besloten werd de landelijke kerk te raadplegen of je inderdaad over dat soort zaken al afspraken mag maken in een vroeg stadium. (De reactie staat onder deze impressie).
Een andere situatie diende zich aan van een gemeente waar de predikant zich flexibel opstelt omtrent zijn moment van pensionering. Hij kondigt aan vervroegd te willen terugtreden op het moment dat het beroepingswerk succesvol is. Dat kan een situatie opleveren dat de gemeente voor beperkte tijd met dubbele kosten zit opgezadeld. Zoiets zou aan de orde zijn als de predikant niet daadwerkelijk zijn werkzaamheden beëindigt. Het breed moderamen stelde daarin geen problemen te zien. Een zogenaamde dakpanconstructie van twee werkers in de plaatselijke wijngaard kan juist helpen tot een goede overdracht van verantwoordelijkheden.
Mensen
Ds. Gijsbert Rohaan verzorgde de opening van het breed moderamen met een minder gebruikelijke lezing uit Romeinen 16. Paulus somt diverse namen op van mensen die de groeten moeten hebben. Hij benoemde die aandacht van Paulus voor de menselijke maat als een reminder voor het bestuursorgaan dat alle besluiten in de context staan van menselijke verhoudingen.
Reactie vanuit de landelijke kerk op de vraag of je al afspraken mag maken als predikant voorbij de zestig, wanneer je verkast van gemeente en het verlangen hebt om voorbij je pensioendatum te blijven werken.
Het is mogelijk dat een gemeente met een predikant afspreekt dat het emeritaat van de predikant wordt uitgesteld. Gemeente en predikant kunnen daarvoor een overeenkomst sluiten. Er is een speciaal model voor. Bij uitstel van emeritaat blijft de predikant volledig als predikant aan de gemeente verbonden, dus ook als lid van de kerkenraad.
De vraag is wanneer beide partijen zo’n overeenkomst zouden willen tekenen. Normaal gesproken zou je zeggen dat beide partijen eerst eens de kat uit de boom zou willen kijken om tegen de tijd dat het emeritaat nadert op grond van positieve ervaringen over en weer te besluiten de samenwerking voort te zetten.
Het kan echter ook zijn dat de predikant het beroep nu alleen wil aanvaarden op voorwaarde dat hij zeker weet dat hij na de AOW-datum nog een poos kan doorwerken. Met andere worden: hij ziet het niet zitten om de overstap te maken voor slechts een periode van 2,5 jaar. Als beide partijen ‘het risico aandurven’ kan de overeenkomst in dit geval ook nu al gesloten worden. Het risico is overigens nogal beperkt. In de modelovereenkomst staat dat beide partijen zonder opgaaf van redenen de overeenkomst tussentijds kunnen opzeggen met een opzegtermijn van 3 maanden. En: bij ziekte van de predikant na de AOW-datum hoeft het traktement niet langer dan 6 weken te worden doorbetaald.