Foto: Het bm vergaderde in Dedemsvaart; daar stonden oude deurtjes van 'predikant' en 'kerkvoogd' in de hal; vraag bij het thema is: welke ruimte zal zich in de toekomst achter deze deurtjes bevinden? 

Vragen als gemeenten groter zijn


Als kerk is het belangrijk na te denken over de problematiek van de grote kerkelijke gemeenten. Zij hebben onder meer te maken met toenemende complexiteit van regelgeving en afstemming van diverse geledingen. Dat vraagt om bijna professionele inkleuring van bepaalde verantwoordelijkheden. Tegelijk roept dat weer vragen op naar de ambtelijke verantwoordelijkheid. De taak van functionarissen en governance verschuift.


Het breed moderamen sprak daarover in bezinnende zin tijdens de bijeenkomst op 10 mei 2024. Er is een neiging bij beleidsontwikkelaars vooral stil te staan bij de kleine gemeenten. Er worden allerlei maatregelen verzonnen om tegemoet te komen aan de problemen die kleine gemeenten ervaren. Maar dat mag niet ten koste gaan van vragen die juist grote gemeenten ervaren. 


Ds. Wilbert van Iperen van de classis Veluwe heeft een rapport geschreven voor zijn classis waarin hij enkele vragen bespreekt. Het gaat over verhoudingen tussen algemene kerkenraad en wijkkerkenraad en over de relatie tot het college van kerkrentmeesters. Het breed moderamen stelde vast dat soortgelijke vragen spelen in de classis Overijssel-Flevoland. Ongeveer een derde van de gemeenten hoort thuis in de categorie van algemene kerkenraad met wijkkerkenraad. Verwant zijn ook situaties waarin kerken de wijkkerkenraden hebben opgeheven en een grote centrale gemeente heeft gevormd en de kleine gemeenten die samenwerkingsverbanden aangaan met andere gemeenten.

Het breed moderamen sprak daarbij over de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de algemene kerkenraad en de wijkkerkenraden. De kerkorde gaat ervan uit dat je als bredere vergadering alleen  dat doet wat men aan de basis moeilijk kan regelen. Iemand verwees naar het subsidiariteitsbeginsel. De hogere vergadering laat rusten wat men  op lager niveau ook kan oppakken.

Een adviseur stelde de vraag hoe de kerk er over 50 jaar zou kunnen uitzien. Gezegd werd dat er wellicht sprake zal zijn van grote gemeenten die diverse kleinere gemeenschappen onder de paraplu veiligheid bieden. Bij de grotere gemeenten zorgen functionarissen (of het nu om boekhouders gaat of om regiopredikanten) voor een professionele bedding. Het warme, inhoudelijke werk laat men aan de leefkernen, die decentraal aanwezig zijn. Als kerk kan je proberen op die situatie in te spelen.

Een van de toetsstenen, zo merkte een bm-lid op, zou kunnen zijn of er ruimte is voor vrouwen in de top van regionale kerk en in de top van de algemene kerkenraad. ‘Haar manier van denken is anders’. Toegegeven werd dat het vaak witte, oudere mannen zijn die de dienst uitmaken op centraal niveau. ‘Je zou een quorum kunnen instellen van het aantal vrouwen dat in een overkoepelend orgaan zitting moeten kunnen nemen’, zei een adviseur. Iemand anders wees op de analogie met het onderwijs, waar je ook een herclustering hebt gezien. De lokale school concentreert zich op feitelijk onderwijs en de koepel faciliteert het werk.

Een bm-lid met ervaring in de onderwijswereld merkte op dat er daar geregeld sprake is van vocatiegelden. Om bestuurlijke deskundigen in de koepels te laten werken krijgen ze een keurige vergoeding voor het werk. Je zou daar ook als kerk mee kunnen werken. ‘Je krijgt dan wel deskundigen om je werk te helpen stroomlijnen’. Een ander merkte op, dat dergelijke vacatiegelden niet ten koste mogen gaan van de roeping. ‘Je ziet nog steeds dat er mensen zijn met een grote verantwoordelijkheid in het bedrijfsleven die principieel tijd en denkkracht beschikbaar willen stellen voor de kerk’.

De tendens tot herschikking van verantwoordelijkheden in de kerk is al aanwijsbaar. Je ziet dat professionele kerkelijke bureaus de lokale vrijwilligers ontzorgen. ‘Een boekhouder kan beroepshalve veel beter in de gaten houden hoe bepaalde subsidies zich ontwikkelen’.

Wachten

Dr. Jan Dirk Wassenaar verzorgde de opening met een bezinning op Handelingen 1: 12 v.v. Het gaat over de periode tussen hemelvaart en pinksteren. De discipelen zijn bij elkaar en wachten af. Oepke Noordmans heeft daar welhaast lyrisch over geschreven. Hij spreekt van een dode hoek in de geschiedenis. Er zijn geen profeten meer. Maar de tijd van de apostelen is nog niet aangebroken. De discipelen zijn tien dagen in een opperzaal bij elkaar. Ze wachten en smeken. Dat is de vorm van de kerk op dat moment. Noordmans pleit niet voor passiviteit, maar hij spreekt de maakbaarheid wel tegen. Wassenaar legt daar een verbinding met mensen als Arnold van der Deijl en met Andrew Root.

Vacatures

Het breed moderamen sprak over enkele vacatures van predikanten in de classis. Eén plaats kreeg toestemming om te gaan beroepen, maar daarbij het advies om toch nog te proberen de eigen parttime-vacature (0,8 fte) te koppelen aan die van een buurgemeente (0,5 fte) die al langer zoekt naar een invulling. Een andere gemeente, waar men met een tijdelijke aanstelling een komende vacature wil opvullen, kreeg de vraag of men voldoende zicht heeft op de vraag of de aanstelling nog zonder verplichtingen mag worden verlengd.

De visitatie vertelde dat men bezig is in vier gemeenten. Daarbij is er één melding in het kader van het SMPR-beleid.

Het breed moderamen besloot niet ongevraagd opnieuw een besluit te nemen over een gemeente die het predikaat ‘protestant’ wil gebruiken. Daarover zijn eerder keuzes gemaakt en die gelden tot het moment dat er wijzigingsvoorstellen binnen komen.

Sacramenten

Er is nieuwe regelgeving van de synode voor kerkelijke werkers met preekbevoegdheid. Zij kunnen bij een aanhoudende vacature ook het recht verwerven de sacramenten te bedienen. Er was een concrete aanvraag binnengekomen. Een bm-lid zei: ‘Je zou het van mij niet verwachten, maar ik ben daar voor. Als je bevoegd bent het Woord te verkondigen lijkt het me logisch dat je ook de sacramenten mag bedienen. Ik heb een scheiding tussen die twee altijd al vreemd gevonden. Het Woord verkondigen vind ik veel lastiger dan een Sacrament te bedienen. Je moet echt een goede opleiding hebben om het Woord te kunnen duiden. Die opleiding is minder vereist als je daarnaast ook het sacrament bedient’. Het bm besloot een brief naar de landelijke kerk te sturen met de vraag om eenduidig beleid. Zo is het nog onduidelijk of je kerkelijk werkers in een gemeente met minder dan 0,33 fte ook de bevoegdheid mag geven sacramenten te bedienen. Het lijkt het bm in de rede om dat te gunnen, maar de stukken zijn onduidelijk.

Werkgemeenschappen

Het bm besloot de beleidsprioriteit van de werkgemeenschappen voort te zetten. Concreet impliceert het de validering van de keus van de classispredikant om waar mogelijk de werkgemeenschappen te bezoeken. En er werd besloten om jaarlijks voor de zomer een ontmoeting met pastores te hebben, het ene jaar sterk gericht op de werkgemeenschappen, het andere jaar meer gericht op pastores in het algemeen.

Er komt een speciaal college voor het opzicht, dat zich toelegt op de SMPR-zaken. Het bm besloot een afgevaardigde te vragen in de selectiecommissie zitting te gaan nemen, zodat het tot invulling van de plaatsen kan komen in het zogenaamde ICO, de interclassicale commissie voor het opzicht.

Het bm stelde de agenda vast voor de classicale vergadering van 11 juni. Het accent ligt bij de rol die pioniersplekken kunnen hebben als inspiratiebron voor klassieke gemeenten. De vergadering van 11 juni vindt plaats in Dalfsen en gaat met een maaltijd gepaard.

De preses, ds. Wilbert Dekker, vertelde in de rondvraag dat hij 4 juli ‘s middags hoopt te promoveren. Hlj nodigde de bm-leden uit daarbij aanwezig te zijn.

De volgende bm-vergadering, die van 7 juni, gaat de bezinning over Europa. Kernvraag is daarbij in hoeverre je als locale kerkenraad je wilt verhouden tot de ontwikkelingen die er in Europa zijn waar te nemen.