Ds. Jan Gerrit Zomer belde in de persoon van de classispredikant met de classis. Of de kerk niet iets meer activiteit aan de dag zou kunnen leggen om vluchtelingen in ieder geval iets meer te bieden dan een nacht in de open lucht van Ter Apel. Zijn vraag sloot naadloos aan bij wat er vanuit de directie van de landelijke dienstenorganisatie in het overleg met de burgerlijke gemeente Kampen is opgepakt. Om iets van de gedachten breder beschikbaar te krijgen, kreeg Jan Gerrit Zomer de vraag: ‘Kan je je benadering op papier zetten, zodat we het kunnen publiceren?’ Dat heeft hij gedaan. Hieronder zijn artikel, geschreven binnen enkele uren na het telefoongesprek.

Pleidooi van een predikant uit de regio

Eigenlijk heb ik helemaal geen tijd om dit stukje te schrijven, want morgenavond hebben we een

buurt-BBQ, en ’t zal ook eens niet: we zitten in de organisatie, dus nog genoeg te regelen. Maar toch:

toen het achtuurjournaal meedeelde dat artsen-zonder-grenzen voor het eerst in de geschiedenis

medewerkers naar ter Apel heeft gestuurd, toen voelde ik schaamte opkomen. “Zij wel”, dacht ik,

“en wij – mensen van de kerk - staan te kijken, leggen nog een lekker stukje vlees op de BBQ, en

vinden ook dat de regering er niks van bakt”.

Ik moest iets met die schaamte en daarom schrijf ik van me af. Een moreel appel ? Nou ja, noem het

zo, al ben ik zelf ook verschrikkelijk passief; ik heb het niet aangedurfd Oekraïners in huis op te

nemen en ik ben niet naar ter Apel getrokken om als vrijwilliger m’n diensten aan te bieden. “Een

land als dit, dat rijk is, hier hulp te moeten bieden alsof we op de Griekse eilanden zijn, ik schaam me

daar over”, zei Judith Sargentini van Artsen zonder Grenzen. En ze heeft gelijk, ze heeft honderd

procent gelijk.


Hoeveel kerken in Nederland staan in het kader van voorgenomen samenvoeging of

schaalverkleining in de verkoop, of worden binnenkort in de verkoop gezet? Wacht daar nog even

mee. Maak er een diaconaal project van en biedt de overheid een helpende hand door ze te huur

aan te bieden. En misschien niet eens alleen de kerkgebouwen die we zelf niet meer gebruiken. Ook

een kerkgebouw dat we wél gebruiken is met enige fantasie voor meer doeleinden geschikt. Laten

we onze gemeenteleden opwekken om in die gebouwen vrijwilligerswerk te verrichten en handen en

voeten te geven aan de barmhartigheid waarop ons eigen bestaan ook stoelt.


Als we dit doen bieden we de mogelijkheid om een draaglijker spreiding van asielzoekers over het

land mogelijk te maken. Niet langer die grote quota op één plek, waar mensen met kwalijke

bedoelingen makkelijk prooi vinden. Niet langer de (overigens begríjpelijke) mobilisatie van hele

volksstammen tégen een tsunami van asielzoekers, omdat de getalsverhoudingen in hun/ons dorp

totaal scheefgetrokken worden. Daardoor ook niet langer het uitspelen van groepen tegen elkaar.

Alle mensen zijn immers beelddrager van onze God. En of iemand hier, na bestudering van zijn/haar

vluchtverhaal, asiel krijgt dan wel afgewezen wordt – aanvragen mág, dat hebben we zo

internationaal afgesproken. En gedurende die aanvraag hebben zowel de aanvrager, alsook het land

waarin de aanvrage wordt gedaan, zich waardig te gedragen. Trouwens als ik schrijf ‘het land’ bedoel

ik ‘de ménsen van dat land’.


Waar ik naar uitzie is een pastoraal vermaan van onze de synode naar haar gemeenten: maak waar

wat we als opdracht hebben meegekregen: ontheemden te huisvesten, hongerigen te voeden,

gastvrij te zijn. Kortom Jezus te volgen. Niet in de sfeer van “als u vluchtelingen wilt helpen, dan

kunnen de volgende tips nuttig zijn…” maar met een beroep op het huidig apocalyptische decor,

waarop we geroepen zijn de navolging vorm te geven als ‘schouwspelers van Christus’.


Stel je toch voor dat het achtuurjournaal als volgt begint: “Hedenmiddag heeft staatssecretaris van

der Burg bekendgemaakt naast ter Apel een tweede aanmeldcentrum voor binnenkomende

asielzoekers te openen. De staatssecretaris zei hiertoe te zijn gekomen, uiteraard vanwege de

schrijnende beelden uit ter Apel, maar ook na een genereus aanbod van de Protestantse Kerk

Nederland om haar hoofdkantoor in Utrecht hiervoor beschikbaar te stellen. Een woordvoerder van

de PKN gaf een korte toelichting: het zou met de aard van het christelijk geloof samenvallen, bij te

dragen aan respectvolle en menswaardige voorwaarden, waarop vluchtelingen hun asielverzoek

kunnen indienen en de afhandeling daarvan kunnen afwachten. Daarbij: Het gebouw leent er zich

uitstekend voor, thuiswerken is voor veel collega’s al een beetje gewoon en wat echt centraal moet

gebeuren kan ook vanuit het seminarie in Doorn” .


Jan Gerrit Zomer, emeritus