Bijzondere betekenis ambt
Er is een wezenlijk verschil tussen iemand die in het ambt staat en iemand die een functie heeft. Tot het ambt ben je geroepen van Christus’ wege. Daarmee kom je in een ander perspectief te staan. Natuurlijk moet je ook competenties hebben. Maar je geeft ook invulling aan het ambt voor het aangezicht van de Heer. Je vertrouwt er op dat God zelf de wijngaardenier is van zijn wijngaard.
Het breed-moderamen van de classis Overijssel-Flevoland kwam vrijdag 4 oktober 2019 bij elkaar. In de bezinning, die aan de bespreking vooraf gaat, ging het over het wezen van het ambt. De kerkorde zet hoog in op het ambt en ook het verbintenisformulier heeft het over een roeping van Gods wege. ‘Je krijgt uit advertenties soms de indruk dat je moet beschikken over een aantal vaardigheden, maar voor mij is het ambt een verantwoordelijkheid coram Deo’, zei één van de aanwezigen.
Iemand anders maakte onderscheid tussen het functionele en het sacramentele zijn. Een ambtsdrager vertegenwoordigt het evangelie en krijgt daarmee verwantschap met de betekenis van het sacrament. Dit hoge roepingsbesef is niet iets waar mensen beslag op kunnen leggen. Ze kunnen er steeds weer naar verlangen en er zich voor open stellen. Er werden voorbeelden genoemd van gebaren in kerkdiensten waarin dit respect voor de sacramentele betekenis naar voren komt. In rooms-katholieke kring is het gebruikelijk dat een nieuwe priester languit voorover op de grond ligt, overweldigd door de heiligheid van God en de verantwoordelijkheid die heiligheid te vertegenwoordigen. Iemand anders noemde het voorbeeld van dr. Balke die in ’s Gravenland ook de gewoonte had languit op de kanseltrap te gaan liggen en een gebed uit te spreken alvorens de verhoging te betreden. ‘Ik ben slechts een snaar op Gods viool’, citeerde iemand een oneliner uit de theologische literatuur.
Het gesprek ging verder over de wenselijkheid je eigen persoon een plek te geven bij de invulling van het ambt. Eén van de docenten van Hydepark raadde studenten af ooit het woord ‘ik’ in een preek te gebruiken. De aanwezige predikanten onder de bm-leden konden zich voorstellen dat je juist wel een persoonlijk getuigenis geeft. Het blijft daarbij zorgvuldig wegen welke elementen van de biografie zich lenen voor een collectieve identificatie en welke elementen te particulier zijn om te delen.
De monastieke traditie werd geciteerd. Een monnik heeft de wijsheid niet in pacht. Hij krijgt de wijsheid. Mensen van buitenaf spreken hem aan: ‘Geef me een woord’. En dan pas is er de nodiging en de roeping.
Er kwamen verschillende verkiezingswijzen aan de orde. Iemand met een achtergrond in de gereformeerde bond vertelde dat de kerkenraad in zijn gemeente tweetallen stelt. Degene die verkozen wordt, krijgt officieel een brief en daarmee heb je een sterk besef dat je geroepen bent. Je hebt jezelf niet aangeboden. Je krijgt het van buitenaf opgelegd. De nodiging mag je overtuigen van de roeping.
Huidige ontwikkelingen, waarbij predikanten steeds vaker een contract krijgen bij de dienstenorganisatie en worden uitgeleend aan gemeenten, brengen het roepingsbesef onder druk, zo luidde de conclusie. Je wekt de indruk dat het predikantschap een ambt is dat je van negen tot één kunt uitoefenen. ‘We moeten niet te bang zijn om van een 24-uurs-roeping te spreken. We vinden het bij burgemeesters ook heel vanzelfsprekend dat ze 24 uur burgemeester zijn, zonder dat het hoeft te betekenen dat ze nooit op vakantie mogen’.
Andere zaken
Het breed-moderamen besprak de situatie in zo’n tien gemeenten. Vooral de gemeenten waar spanningen zijn werden indringend geanalyseerd.
De verhouding tussen landelijke kerk en classis kwam aan de orde. Er zijn recent enkele ontmoetingen geweest. Daarbij is duidelijk gemaakt dat classes en kerkenraden voldoende tijd moeten krijgen om consideraties op te stellen.
Rond de verkiezingen van leden van de classis zijn nog steeds veel onduidelijkheden. Er zal een interne notitie worden gemaakt die in de classis besproken moet worden. De bedoeling is om één en ander meer te stroomlijnen.
Het breed-moderamen concludeerde dat de concept-begroting 2020 geagendeerd kan worden in de classicale vergadering. Met een bijdrage vanuit het land van 6000 euro, later nog iets opgehoogd dekken de inkomsten ongeveer de helft van de kosten. Er zijn reserves waaruit geput moet worden. Op dit moment is er nog geen omslagregeling waarbij de gemeenten een bijdrage moeten leveren voor het classicale werk.
Jan Dirk Wassenaar, scriba van de classis, had het onderwerp voorbereid. Klik hier voor zijn tekst.
Foto: Er zijn in de achterliggende dagen enkele ontmoetingen geweest van de landelijke kerk en de regio. De foto is geschoten op één zo'n bijeenkomst; links ds. Hans van Solkema, preses van de classis Overijssel-Flevoland, rechts ds. Lieuwe Giethoorn, die namens het land de regio's begeleidt en afstemming verzorgt.