Linkerkant van IJssel

Overijssel heeft maar twee plaatsen aan de linkerkant van de IJssel; dat is Kampen in het noorden en de plaats Welsum meer zuidelijk. Het dorp Welsum is een soort enclave, net als het buurtschap Marle. In 1840 waren er ruim 100 huizen met bijna 700 inwoners; tegenwoordig zijn er 230 huizen met een kleine 600 inwoners.

Ik bezocht een kerkdienst van de hervormde gemeente op zondag 25 augustus. De hervormde gemeente Welsum heeft weliswaar een eigen (emeritus-)predikant, ds. Eric Klein Kranenburg uit Olst, maar hij heeft een kleine aanstelling in het rivierdorp. Er zijn dus regelmatig gastpredikanten. Toen ik er was, deed ds. Gerrit A. Cnossen uit Apeldoorn dienst. Aanplakbiljetten op de kerkdeur maakten duidelijk dat er vaker een beroep wordt gedaan op mensen van buitenaf; hoe zou het ook anders kunnen met een inwonertal van 600 mensen. Er zijn orgelconcerten, met organisten als Toon Hagen uit Zwolle, Harm Hoeve uit Rouveen en Ab Weegenaar uit Kampen. Een poster maakte reclame voor een bijbelpodcast van de IZB. En er was een bericht van de burgerlijke gemeente Olst-Wijhe, waartoe Welsum behoort, waarin mensen worden aangemoedigd als ‘blijk van waardering’ cadeaubonnen op te vragen bij de gemeente om aan mantelzorgers te geven.

De hervormde gemeente is klein qua omvang – een jaarboek van enkele jaren geleden heeft het over zo’n 320 leden, iets minder dan de helft daarvan is belijdend lid. Ter vergelijking: hetzelfde jaarboek kent aan de hervormde gemeente Kamperveen zo’n 350 leden toe, de gereformeerde kerk van Oldemarkt (tegenwoordig protestantse gemeente) 170 leden, de hervormde gemeente Wilsum zo’n 420 leden en de gereformeerde kerk van Wilsum 250 leden. Een kranige prestatie als je het monumentaal erfgoed er dan zo goed bij hebt liggen als de hervormde gemeente van Welsum.

Qua bemensing lukt het de gemeente om voldoende capaciteit te vinden. Er zijn liefst vier organisten die om de beurt spelen. Als ik er ben speelt Berkhoff. Ds. Cnossen, een 79-jarige emeritus uit Apeldoorn, gaat voor. Hij diende vijf gemeenten, waaronder Nijverdal en Zwolle. Voorafgaand aan de dienst projecteert een beamer informatie op de muur; over de startzondag die op 22 september wordt gehouden en die begint om kwart over negen met een gezamenlijk ontbijt. Er stromen zo’n zestig mensen de kerk binnen; ‘het is nog vakantie’ sust één van de bezoekers tegen mij. Als de dienst begint doet de ouderlinge van dienst de afkondigingen, geeft de dominee een hand en schikt aan bij de kerkenraadsleden voorin de kerk. De meeste gemeenteleden hebben de neiging achterin neer te strijken. De deur naar de consistorie blijft open. ‘Ie kunn maar ’t beste in de deure goan zitten’, fluistert iemand tegen me, doelend op de dertig graden die De Bildt heeft voorspeld deze zondag.

Er wordt uit het liedboek gezongen. ‘Ontwaak, o mens, de dag breekt aan’ (Gezang 380). De voorganger leest de tien geboden voor, ‘dat zijn de spelregels voor onze levensweg’. En hij biedt de kinderen gelegenheid naar de nevendienst te gaan. Vanwege de vakantie is er één meisje wat opstaat. Ze wordt uitgeleide gedaan met een lied dat via de beamer wordt geprojecteerd: ‘Ik zegen jou in Jezus’ naam’. Na een gebed om de opening van het Woord, leest Cnossen Genesis 48 voor. Ik lees mee uit de Herziene Statenvertaling, hij gebruikt de vertaling van het NBG. Je merkt dat de kerkenraad van Welsum op een evenwichtige manier een balans zoekt tussen vertrouwde en vernieuwende elementen. Toen ik er over communiceerde met ds. Cnossen over de mail noemde hij de afweging tussen die twee elementen en hij vertelde: 'Als ik in Welsum kom, merk ik steeds weer de grote inzet van gemeenteleden om de gemeente te bouwen en te bewaren'. 

De verkondiging gaat over de ouderdom van Jakob. ‘Hij is niet bang voor de dood, omdat hij de Levende kent'. Het gaat over het verlangen van Jozef die zich niet blind staart op de rijkdommen van de Egyptische cultuur, maar die het geloof van zijn ouders trouw blijft. Hij verlangt voor zijn kinderen een zegen van zijn vader. En de voorganger legt uit hoe Jakob bij het einde van zijn leven zijn twee kleinzonen zegent. Hij kruist zijn handen en geeft de jongste de zegen van de rechterhand. ‘De mindere heeft God het meeste nodig. Dat is het verrassende van Gods liefde. God meet met een andere maat dan wij mensen meten. De Here God is nabij de gebrokenen van hart’. Vanuit het thema ‘Gekruiste handen’ wijst Cnossen op de bijzondere betekenis van Christus. ‘Hij heeft oog voor de kwetsbaren en is bereid de weg van het offer te gaan’. Psalm 103: 5 sluit goed aan bij de essentie van de prediking: ‘Zoals een vader liefdevol zijn armen / slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen / God onze Vader’.

Jacobine Gelderloos schreef een jaar geleden haar geruchtmakende boek over de waarde van de dorpskerk. In de stenen en het cement van het kerkgebouw krijgt een dorpsgemeenschap een ziel, aanwijsbaar in het midden van een dorp. Het boek had geschreven kunnen worden vanuit Welsum. De hervormde kerk is een van de meest opvallende (rijks-)monumenten in de kleine woonkern. Als de vleugels van een libelle vind je links en rechts parallel aan de IJsseldijk de woningen gedrapeerd. Bijna iedereen woont landelijk met zicht op de groene weiden.  

Het kerkelijk leven in Welsum begint in 1475 als er een torentje wordt gebouwd met een bijpassend rooms-katholiek kapelletje. De kapel is afgebrand rond 1730; het classicaal bestuur geeft een eeuw later (1828) toestemming om een eigen kerk en kerkelijke gemeente te stichten, zodat men niet telkens met de pont naar de andere kant van de IJssel hoeft te reizen. De kerk telde oorspronkelijk 250 zitplaatsen. Nu zijn dat er nog ongeveer 160. Op hoogtijdagen zijn die zitplaatsen goed gevuld. De predikant uit Olst wijdde de eerste kerkenraadsleden. Twee ouderlingen, onder wie Albert Logtenberg; de naam Logtenberg vind je nu nog terug op het orgelfront: Angenita Logtenberg doneerde in 1866 duizend gulden waardoor het orgel kon worden aangeschaft. De eerste predikant was ds. Louis Vroom.

De kerk valt op, is een monument ook, maar is niet het enige monument. Er zijn opmerkelijk veel bijzondere voorzieningen en monumenten in Welsum. Liefst 12 rijksmonumenten en 15 gemeentelijke monumenten. Dorpshuis De Bongerd is de thuisbasis van zo’n twintig verenigingen en clubs. Van voetbal tot tennis; van volleybal tot gymnastiek. Het dorp heeft  een eigen volkslied, dat begint met ‘Aan de linker IJsseloever / ligt een dorpje lief en klein’ met daarin onder meer de tekst: ‘Haast geheel in groen verscholen / vinden wij het kerkgebouw / en daar aan de linkerzijde / pastorie en dorpsschool beide / ’t is in Welsum, ’t is in Welsum / Welsum blijf ik steeds getrouw’. 

Wie doordenkt, komt bij de vraag waarom nu juist Welsum aan de linkerzijde van de rivier ligt en toch bij Overijssel behoort. Hoe is dat zo gekomen? Wie een antwoord wil hebben op die vraag moet terug naar de veertiende eeuw. Toen zijn er op de linkeroever van de IJssel grote delen land ontgonnen, die tot op dat moment verdronken lagen aan de benedenloop van de beekjes in het stroomgebied van de IJssel. Er waren nogal wat van die stukken grond tussen Voorst en Hattem. De Veluwenaren hadden het ontginningswerk niet in het bloed zitten. Ze voelden zich beter thuis op de hoger gelegen zandgronden. De Overijsselaren op de stroomwallen van de IJssel waren meer thuis bij het ontginnen van de gronden; zij hoorden bij het Oversticht.  Zij zorgden voor de meeste ontginningen. Dat gebeurde met Werven, Vorchten, Veessen. De gronden zijn pas later door Gelderland aangekocht. Alleen Welsum en Marle zijn altijd de oorspronkelijke regio trouw gebleven, die van het Oversticht. Ook toen er meer structuur kwam in de ontginningen, besteedden de Geldersen dat uit. Graaf Reinald I trok in 1328 vaklui aan uit Holland en Zeeland om de nieuwe polder ‘Neybroek’ te ontginnen.

Wie het dorp bezoekt komt iets van die Overijsselse oriëntatie nog wel tegen. Het dorp kent de Overijsselse traditie van het paasvuur. De naam zelf doet Overijssels aan; je vindt een tweede Welsum onder de rook van Dalfsen en het etymologisch verwante Wilsum even verder stroomafwaarts aan de rechterzijde van de IJssel. De naam is afgeleid van het Saksische ‘willa’, wat zoveel betekent als ‘woning, woonplaats’. De taal die mensen spreken zal veel Overijsselaren  vertrouwd in de oren klinken; of het nu gaat over ‘de karmse’ of over een wandelroute met de naam ‘’t Welsums Kippeneindje’.

Foto's:
De kerkdienst vanuit de kerkstoelen (boven); 
De kerk van achteren gezien, vanaf de niet-monumentale consistorie (onder); 
De molen, één van de andere monumenten, door mensen bewoond en dus niet te bezichtigen (verder naar onderen). 

Voor andere impressies van kerkdiensten: 

Balkbrug
Hengelo
Zalk
Mastenbroek
Almelo 
Wierden
Ens
Wilsum
Enschede
Gramsbergen
Rijssen
Delden
Almere
Bant