Hengelo bouwt verder aan waterstaatskerk
Kerken in grote plaatsen zoals Hengelo met meer dan 80.000 inwoners en drie wijkgemeenten hebben de keus, als ze moeten bezuinigen. Ze kunnen inzetten op de wijkgemeenten, maar moeten dan steeds weer de vraag stellen of het financieel rond te krijgen is. Ze kunnen ook kiezen voor één centrale locatie in de stad en de mensen in de wijken vragen zich daarop te richten. De protestantse kerk in Hengelo koos na zeven jaar voorbereiding voor dat laatste.
Ik besloot er naar een kerkdienst te gaan op 2 juni 2019, de zondag die wel bekend staat als wezenzondag. Ds. Arent Weevers ging er voor, toen ik even voor half elf de rijen in schoof. Hij combineert zijn werk als studentenpredikant met het werk in de protestantse gemeente. Trouwens ook ds. Hans Wachtmeester, die ooit nog werkte in Marknesse, combineert een baan als uitvaarder met werk als gemeentepredikant. Verder is ds. Herman Koetsveld aan de gemeente verbonden, de man die ik vooral ken van zijn jaaroverzichten die hij rond de jaarwisseling uitspreekt en die we bij de Raad van Kerken af en toe op de website hebben geplaatst. En er is een diaconaal werker Corrie van Egmond en er zijn kerkelijk werkers mevrouw Gaatske Braam en mevrouw Margriet van der Meulen aan de gemeente verbonden.
Het was een indringende keuze om uiteindelijk de drie wijkkerken af te stoten en de oude hervormde kerk in het centrum als ene centrale stadskerk te gaan gebruiken. De waterstaatskerk is nog volop in verbouwing. De voorgevel staat in de steigers. En binnen vertelt een mevrouw naast me, dat het gebruik van de beamer nog verfijnd moet worden. Bij de kerk horen diverse lokalen die er in de achterliggende jaren aan zijn toegevoegd door de toenmalige eigenaar, de muziekschool. Aan de voorkant van de bijgebouwen kwam in de afgelopen week het brede front gereed, waar eenmaal per week maaltijden voor drie euro worden geserveerd en waar nu na afloop van de dienst de koffie wordt aangeboden.
Het is de bedoeling dat er volgende week met pinksteren nieuwe liturgische meubels een plek krijgen. De zondagsbrief die we bij binnenkomst ontvangen zegt daarover: ‘De laatste hand wordt gelegd aan de productie van het liturgische meubilair’. Naast elementen die bij de sacramenten een rol spelen, zal er ook een digitaal lichtkruis komen geprojecteerd naast de verkondigingsplek.
Normaal zijn er twee diensten op zondagmorgen, een vroege dienst om 9.00 uur en een latere dienst om 10.30 uur. Op de tekentafel was het de bedoeling om de vroege dienst sober te houden en de tweede dienst een meer aangekleed karakter te geven, maar in de praktijk tonen de diensten veel overeenkomsten. De tweede dienst is het meest populair. Op de zondagen na de kerkelijke feestdagen, zoals nu na hemelvaartdag, volstaat een enkele dienst om half elf.
Ik laat me bijpraten door de mevrouw naast me. ‘Hengelo heeft net als Enschede gekozen voor één enkel kerkgebouw met diensten’, zei ik. De mevrouw sprak me tegen. Enschede heeft de praktijk van de wijken gebundeld op één locatie, wij proberen van de ene locatie echt iets nieuws te maken: een stadskerk in te richten. Theo Krabbe, de rooms-katholieke journalist bij Tubantia, schrijft regelmatig en met instemming over de vorderingen. Voor mensen in de wijk is het ondanks de overgangstijd van zeven jaar best spannend; niet alle leden hebben tot nu toe de gang naar de Deldenerstraat weten te maken. Voor de hervormd-gereformeerde groepering is er een speciale regeling getroffen. De bonders die een eigen dienst willen, hebben om zeven uur ’s avonds een eigen samenkomst in de kerk. De kerkenraad stelt de kerk om niet beschikbaar. En er is een enkele ouderling lid van de algemene kerkenraad die als taak heeft deze diensten een ambtelijk karakter te geven; de voorgangers komen van elders. Op de zondag dat ik er ben, komt er ’s avonds een collega uit Den Ham.
Als de dienst op wezenzondag begint ontsteekt één van de gemeenteleden een speciale kaars, de Gelthain-kaars. ‘Wat is dat?’, vraag ik aan mijn buurvrouw. ‘Dat is een kaars die we hebben gekregen van onze partnergemeente in Duitsland. Op de eerste zondag van de maand ontsteken we die kaars voor hen in verbondenheid en zij doen hetzelfde in Gelthain met een Hengelo-kaars’. Het is een dienst met responsies van de gemeente. Als kyrielied wordt 301a gezongen. Ook de psalmen worden hier aangeduid als ‘lied’; ik herinner me de laatste synode daarover toen daarover vragen werden gesteld en de ISK (interkerkelijke stichting voor het kerklied) toezegde om met iets meer allure het woord ‘psalm’ bij de eerste 150 teksten een plek te geven.
Het moment voor de kinderen gaat over een ekster, die plotseling uit de omgeving vertrekt. De dieren zoeken hem en juist op het moment dat ze de zoektocht opgeven, keert hij terug om voorgoed bij de andere dieren te blijven. ‘Straks zal duidelijk worden wat het punt van vergelijking is in de overweging’, glimlacht de voorganger. Als er vijf kinderen met begeleiding naar een nevenruimte zijn vertrokken volgen de lezingen uit Hooglied 8 en Johannes 14. Het gaat in de overweging over rouw. De discipelen blijven verweesd achter. De predikant vertelt van een gespreksgroep die hij heeft met studenten over rouwverwerking. In feite zijn het allemaal studenten die als lotgenoten met een verlies te maken hebben gekregen. ‘Als je van iemand houdt, rouw je je hele leven lang’. Rouw en liefde blijven nu eenmaal verbonden met elkaar. De voorganger maakt een vergelijking met Jezus die zijn discipelen achterlaat met daaraan wel gekoppeld de belofte dat hij geestelijk wel bij hen kan zijn. Net als op andere plaatsen wordt een overledene na de verkondiging herdacht, terwijl de gemeente uit respect is opgestaan. Dan klinken de voorbeden. ‘Eigenlijk heeft u het leven simpel gemaakt, Eeuwige, we hebben alleen ons open te stellen voor de ander, want dat bent U ook’.
Foto's:
Boven de ingang van de kerk
Onder de uitbouw die afgelopen week gereed is gekomen
Impressies van andere diensten:
Zalk
Mastenbroek
Almelo
Wierden
Ens
Wilsum
Enschede
Gramsbergen
Rijssen
Delden
Almere
Bant