Iedereen minder regels
De landelijke kerk trekt met een digitale karavaan door Nederland en strijkt op verschillende plaatsen neer om over de pioniersplaatsen te spreken. De synode zal in april over de mogelijkheden voor deze plekken spreken en eerst collecteert men in den lande om de meningen te peilen. Kunnen de pioniersplekken aanleiding zijn voor een verruiming van het kerkrecht?
Je hoeft er geen profeet voor te zijn om aan te voelen dat woordvoerders tijdens dergelijke inspraakavonden al gauw vragen om meer ruimte, en om die ruimte niet alleen te reserveren voor de pioniersplekken, maar voor alle gemeenten. Het ging donderdag 7 februari in Apeldoorn niet anders, toen zo’n honderd bezoekers in gesprek raakten over het rapport ‘Mozaïek van kerkplekken’, over de verbinding tussen bestaande en nieuwe vormen van kerk-zijn.
Saskia van Meggelen, preses van de synode, legde uit dat er inmiddels 100 pioniersplekken zijn en daarnaast zo’n 150 kliederkerken, monastieke gemeenschappen en leefgemeenschappen. Zij doen een beroep op de flexibiliteit van de huidige infrastructuur. Naar verwachting zullen 30 tot 70 van deze plaatsen duurzaam een plek in het bestel willen hebben en het is de vraag hoe dat juridisch in het vat gegoten kan worden.
Om de bezoekers idee te geven van de pioniersplekken was er een film waarin beelden te zien waren van het klooster Nijkleaster bij Jorwerd en het project De Haven in Kanaleneiland (Utrecht). Ds. Hinne Wagenaar pleitte voor flexibele vormen van lidmaatschap. Wilma Wolswinkel, relatiebeheerder bij Kerk in Actie, vroeg om ruimte voor de bediening van de sacramenten.
Martijn Vellekoop, coördinator van het pionierswerk, sprak de mensen toe over de theologische essenties van kerkzijn. Een kerk bestaat uit een groep mensen die door de Geest willen leven uit Gods genade in Jezus Christus, zo stelde hij. Woord en sacrament staan centraal. Er is sprake van een doorlopende gemeenschap met een missionaire en diaconale attitude. De groep moet bestaan uit tenminste tien personen, er moet een kernraad zijn en tenminste één ambtsdrager. Men moet zelf beleid maken en financiën ophoesten. En men moet mee willen werken aan toezicht en klachtenbehandeling.
Met een programma www.menti.com konden de mensen vervolgens reageren via hun smartphone of tablet. Zo’n zeventig mensen van de honderd bezoekers maakten gebruik van deze mogelijkheid. Ze moesten in een beeld uitdrukken welke indruk het pionierswerk gaf; 66 procent koos voor de bouw, 31 procent voor een bloem, 3 procent voor een storm.
Vervolgens kon men kiezen over welk thema men wilde doorspreken. Het werden de thema’s: de regelarme zone voor de kerngemeente en de omgang met de kerkelijke ambten. De regelarme zone sprak vele bestaande gemeenten aan. Iemand die zelf in een pioniersplek werkt, maar voor een stichtingsvorm heeft gekozen boven de kerk reageerde: ‘Je wilt minder regels en daarom ga je meer regels maken. Het voelt paradoxaal’.
Rond het ambt waren er vragen als: Hoe kan je een ambtsdrager verkiezen in een pioniersplek als onduidelijk is hoe het lidmaatschap is geregeld; wie moet er dan kiezen? En: Zou je niet meer ambten moeten ontwikkelen, die van evangelist, profeet, apostel of portier om in de veranderingen te voorzien? En: Waarom beschrijf je niet eerst de charismata waaraan de leiding van een pioniersplek moet voldoen?
Foto v.l.n.r Martijn Vellekoop, Saskia van Meggelen en Vincenza la Porta