Gewone Catechismus
De vraag houdt me al jaren bezig, hoe je systematisch aan geloofsoverdracht kunt werken. Het is al lastig om jonge mensen bij elkaar te brengen. Dan stuur je een app. En je krijgt eigenlijk amper een reactie terug. Ik ben benieuwd hoe jullie in zo’n context de uitgave ‘Gewone Catechismus’ ervaren.
Zo’n aftrap gaf ds. Gerrit van den Dool uit Willemsoord aan de bespreking van het boek ‘Gewone Catechismus’ in de werkgemeenschap van predikanten in de regio Steenwijkerland. De groep was bijeen op 19 november in Vollenhove. Om de bespreking in een perspectief te plaatsen had ds. Gerrit van den Dool naast de uitgave van de Gewone Catechismus uit 2019 de Doornse Catechismus geplaatst uit 2010. In het contrast van de twee teksten kon je als lezer je eigen plek proberen te vinden.
De Gewone Catechismus is geschreven door Theo Pleizier, Arnold Huijgen en Dolf te Velde. De tekst herinnert qua gekozen thematiek en wijze van beantwoording aan de oude Heidelberger Catechismus, maar dan toch eigentijdser. Het zijn wel de vier klassieke thema’s die aan de orde worden gesteld: het geloof (Apostolicum), het gebed (Onze Vader), het gebod (de Tien Geboden) en de symbolica (sacramenten).
De eerste vraag zet de toon van een catechismus. In de Heidelberger is dat de vraag: ‘Wat is uw enige troost in leven en in sterven?’ In de Gewone Catechismus gaat het om de vraag: ‘Waarin vind jij jouw geluk?’ En het antwoord luidt: ‘Mijn geluk is dat Jezus Christus mij gevonden heeft. Hij offerde zichzelf op om mij thuis te brengen in de liefde van God. Zijn Geest maakt in mij de hoop wakker op Gods nieuwe toekomst, voor mij en heel de wereld’. Er kwamen veel reacties op de insteek van geluk. Sommigen herkenden de directheid van spreken. ‘We moeten oppassen dat we als kerk ons niet aan de rand van het leven laten drukken, als een soort geestelijke EHBO, die je pas nodig hebt als andere middelen falen’. Anderen misten de woorden ‘troost’, die in de klassieke tekst klinken, en die voor hen iets van de robuustheid van het leven vertolken. Weer een ander refereerde aan de Catechismus die Calvijn heeft opgesteld en die inzet op ‘Waartoe zijn wij op aarde?’ en het antwoord geeft: ‘We zijn hier tot eer van God’.
Er werden enkele teksten gelezen uit de Gewone Catechismus. Bij het gebed viel het de lezers op, dat vrijwel direct wordt ingestoken op het persoonlijke gebed. De verbinding met het collectieve gebed ontbreekt. Daarmee gaat de catechismus wel heel ver mee in het geïndividualiseerde mensbeeld waar de hele samenleving mee doordrenkt is. Ook de Doornse catechismus zit op die lijn en zegt zelfs letterlijk: ‘In groepsverband bidden is een precaire zaak’. Enkele deelnemers wezen op de manier waarop Jezus zijn leerlingen leert bidden met het onze vader. De gebeden voegen zich als het ware in de lijn van de traditie. Het persoonlijke ‘ik’ verandert in het meer collectieve ‘wij’ en ‘onze’.
Foto: De werkgemeenschap begint in de regel in de kerk met een ochtendgebed. Zo was het in Vollenhove, waar ds. Dick Wolters voorging in een liturgie rond psalm 42 en 43. Daarna verliet men de Nicolaaskerk en ging naar het centrum Tilvoorde. Hier op rij ds. Jelle Vonk uit Blokzijl, ds. Arjen van der Spek uit Zwartsluis en ds. Gerrit van den Dool uit Willemsoord.