Classis reguleert misbruik preekconsenten
Het misbruik van een preekconsent moet ophouden. Kerkelijke werkers die toestemming krijgen om in de eigen kerkelijke gemeente voor te gaan, mogen dat consent niet oprekken en ook in andere plaatsen voorgaan. Het breed-moderamen van de classicale vergadering wil het beleid op dit punt insnoeren.
Tot die conclusie is het breed-moderamen gekomen tijdens een vergadering op 19 oktober 2018 in Dalfsen. De leiding van de classis sprak over de preekconsenten naar aanleiding van een gesprek dat eerder werd gevoerd met ds. Richard Vissinga, voorzitter van de commissie die de aanvragen voor preekconsenten moet beoordelen. Vissinga liet weten dat oude consenten die voor een oude classis zijn uitgereikt strikt beperkt moeten worden tot de ring bij de nieuwe kerkelijke indeling.
Het breed-moderamen ging nog een stapje verder en zal de handhaving versterken richting kerkelijke werkers die een toestemming om plaatselijk voor te gaan overinterpreteren en ook in andere plaatsen als reizende predikers de kansel bestijgen. In het ergste geval overweegt men zelfs een gegeven consent weer in te trekken. Maar eerst, zo besloot de vergadering, zal men de achterban informeren over het toezicht.
Een preekconsent wordt in de regel gegeven aan kerkelijke werkers om de werkers plaatselijk de mogelijkheid te bieden niet alleen catechese en pastoraat te verzorgen, maar ook invulling te geven aan de eredienst. Op die manier kunnen de werkers representatief in een concrete gemeente werkzaam zijn. Wie het consent misbruikt, loopt dus het risico ook de toestemming in de eigen gemeente te verliezen.
Studieplan
Het breed-moderamen besloot het beleid ten opzichte van de permanente educatie verder te profileren. Predikanten en kerkelijke werkers worden geacht een studieplan te maken en dat toe te sturen aan de classispredikant. De Generale Regeling van permanente educatie schrijft dat zo voor. Het breed-moderamen wil feedback organiseren op de plannen en tijdens de vierjaarlijkse bezoeken ook de classispredikant vragen om met predikanten en kerkelijke werkers over de ervaringen met het studieplan te laten spreken. Op die manier neem je de professionalisering van kader serieus, zo is de onderliggende gedachte.
Steenwijkerland
Het breed-moderamen stemde in met een voorstel om de classispredikant een inventarisatie te laten maken met kerkelijke gemeenten in Steenwijkerland omtrent de mogelijkheid de regionalisatie verder door te voeren. Het gaat daarbij om een verkenning met kerken om te zien of onderdelen van het kerkenwerk in de toekomst gezamenlijk kunnen worden opgepakt. Het is de bedoeling om nog dit jaar een eerste verkenning met de kerkenraden te maken. Daarvoor zullen de volgende gemeenten worden uitgenodigd: Blankenham, Blokzijl, Giethoorn, Kuinre, Oldemarkt, Sint-Jansklooster, Steenwijkerwold, Vollenhoven, Wanneperveen Belt-Schutsloot, Willemsoord Peperga Blesdijke.
Het thema van de regionalisatie zal ook in de decembervergadering van de classis aan de orde komen. Het gaat daar om een bezinning op de structuren van samenwerkende gemeenten, ringen en werkverbanden van predikanten. Daarbij komt het beleidsmatige kader aan de orde. Bedoeling van dat gesprek is enkele uitgangspunten voor samenwerking te formuleren.
Informatievoorziening
Het breed-moderamen is van plan de informatievoorziening naar gemeenten en predikanten verder uit te bouwen. Naast de maandelijkse e-flits en de berichtgeving via de website is het plan aangenomen om een periodieke nieuwsbrief uit te brengen voor de kerkenraden en de predikanten, waarin de scriba namens het breed-moderamen iets meer vertelt van het beleid en de achtergronden. De eerste nieuwsbrief staat voor december op de rol.
Foto's:
Het breed-moderamen koos voor een ontbijtvergadering, annex lunchbijeenkomst. De agenda was goed gevuld en om iedereen in de gelegenheid te stellen daar zijn zegje over te doen, begon de bijeenkomst vrijdag 19 oktober al om acht uur in de ochtend. Boven reikt ds. Hans van Solkema, de preses, het brood aan richting ds. Jan Dirk Wassenaar, de scriba. Hieronder delen ds. Liekele Hoekstra en penningmeester Egbert Knoeff het brood.