Oecumene herkent openheid voor geloof
Langzaam verandert het geestelijke klimaat in Nederland. Er groeit weer openheid naar de eigenheid van de kerk. De culturele inbreng van de kerken wordt gewaardeerd. De openheid wil overigens niet zeggen dat de mensen massaal naar de kerk komen. Vooral protestanten vinden dat vaak lastig. Rooms-katholieken, orthodoxen en oud-katholieken lijken laconieker op dit punt. Ze vieren de eucharistie en de waardering voor wat er plaatsvindt is niet afhankelijk van de vraag of er vijf mensen meedoen of vijftig mensen. ‘De mensen die er niet zijn, mogen er juist op vertrouwen, dat wij in de kerk ook voor hen de eucharistie vieren en het brood breken’, aldus één van de geestelijken die aanwezig was bij het FUGO-beraad dat vrijdag 14 december bijeen kwam in Hilversum.
Op classicaal niveau zijn de dwarsverbinden tussen de verschillende kerken schaars. Er zijn bescheiden optredende provinciale raden van kerken in Overijssel en in Flevoland. En er is al tientallen jaren een FUGO-beraad. De afkorting FUGO staat voor: Flevoland, Utrecht, Gelderland en Overijssel. Het gebied valt ongeveer samen met het rooms-katholieke bisdom Utrecht, het bisdom van mgr. Wim Eijk, Met de komst van de classispredikanten is er ineens een forse uitbreiding van de leden. Want binnen het FUGO-gebied zijn vier classispredikanten te vinden, die oecumenische contacten onderhouden met zusterkerken in de regio.
Op 14 december 2018 kwam het FUGO-beraad bijeen voor een kwartaalbijeenkomst. Naast de PKN waren er vertegenwoordigers van de Rooms-Katholieke Kerk, de Oud-Katholieke Kerk, de Koptische Kerk, de Orthodoxe Kerk en de Hersteld Hervormde Kerk. Een groep van ongeveer twaalf mensen kwam bijeen in de pastorie van de oud-katholieke kerk in Hilversum. Meest uitgebreide agendapunt was de vraag: ‘Wat hebben we als Kerk te bieden aan de maatschappij?’
Je merkte dat er bij alle kerken zowel in de intimiteit van de liturgie aandacht is voor de wereld als in de meer externe activiteiten. Dat laatste is misschien het meest voor de hand liggend. Het gaat dan in alle kerken om werken van barmhartigheid, maar ook om besef dat de kerk ‘smaak’ geeft aan de cultuur en dat de kerk kan helpen bij de vorming en saamhorigheid van mensen.
Alle kerken hebben in de liturgie aandacht voor de wereld. Iemand van orthodoxe zijde zal daarbij denken aan de vieringen, de iconen en de zang die in het contact met God de vragen van de wereld laten meeklinken. Iemand van hersteld hervormde huize of protestants zal direct denken aan de voorbeden. Tijdens het FUGO-beraad ging het verder over de vraag in hoeverre de mensen van buiten de kerk de voorbeden en de liturgische taal verstaan. Dat zal ten dele zo zijn, ten dele niet. Nogal wat kerken hechten aan het geheimenis in een deel van de liturgie. Buitenstaanders kunnen wel getuige zijn van de viering van de eucharistie, maar niet deelnemen. Je kunt daar begrip voor opbrengen op het moment dat je beseft dat de terughoudendheid bij het sacrament te maken heeft met de uitdrukking de gelovige van het meest heilige en het meest intieme in de relatie tot de levende Heer.
Foto boven: aan een ronde tafel de mensen van orthodoxe, katholieke en protestantse huize
Foto onder: Wietse van der Velde, pastoor van de oud-katholieke parochie in Hilversum, laat één van de kostbaarheden van zijn kerk zien: een zilveren monstrans waarin men rondtrok met de eucharistie.