Beeldcultuur

Uitgeschreven tekst van het verhaal dat ik bij mijn afscheid van de Raad van Kerken heb gehouden op 31 augustus 2018 in Utrecht. Bij de tekst horen 45 plaatjes. Ze zijn naast de tekst opgenomen als je via een pc leest (en onder de tekst als je dit inziet per telefoon); soms staat er 'fragment', dan wil dat zeggen dat het een deel is van het plaatje dat tijdens de presentatie is getoond.  

Beeld 1: Kerkproeverij
Het kostte Dirk enige overtuigingskracht om dit afscheid georganiseerd te krijgen. Ik ging uiteindelijk om toen het idee opkwam om het te koppelen aan een lopende campagne van de Raad van Kerken. We besloten het afscheidsthema te verbinden aan Kerkproeverij, waarvan we zondag 16 september en zaterdag 15 september getuige kunnen zijn. Kerkproeverij wordt dit jaar ingeluid door Streetart, door beelden. En zo was het thema geboren: de beeldcultuur.

Beeld 2: Opzet
Ik wil er een causerie aan wijden. Ik snijdt drie onderdelen aan:

  1. Het beeld in Kerkproeverij.
  2. Het beeld in tijdschriften van de Raad, de laatste tien jaar.
  • Het beeld en de oecumene.   

Als definitie van ‘beeldcultuur’ hanteer ik: ‘Een beeldcultuur is een maatschappelijke ontwikkeling waarbij visuele beelden een indringende rol spelen in de communicatie’.

I.
Beeld 3: Michael Harvey
We hebben het over de beeldcultuur in samenhang met Kerkproeverij. Kerkproeverij is de missionaire campagne waarin we kerkgangers motiveren een gast uit te nodigen om mee te gaan naar de kerk. Zondag 16 september en zaterdag 15 september is het zo ver. Het was Michael Harvey in Engeland die het idee lanceerde aan het begin van deze eeuw.
 

Beeld 4: Ruan Crew
Het was Ruan Crew die het thema aanstipte in de Raad. We spraken in de plenaire Raad over campagnes. De Remonstranten hadden een campagne met de slogan ‘Mijn God doet dit of dat’. De PKN had een kerstcampagne. We realiseerden ons, dat de campagnes vaak tot effect hebben dat zielen van de ene naar de andere kerk muteren. En we hebben de neiging om slogans te kiezen waarmee we elkaars populatie aanspreken. Dat zou anders kunnen. Ruan Crew wees op de Anglicaanse Kerk waarin men een gezamenlijke campagne ‘Back to Church Sunday’ heeft. De kerken mikken op mensen aan de rand van de kerk. Ze doen dat als kerken samen. En je neemt mensen persoonlijk mee naar je eigen kerk. Eerlijker kan het niet zijn.

Beeld 5: Blijven komen (cartoon)
Je bent geneigd het resultaat van Kerkproeverij te meten in gasten die blijven komen na één bezoek. Dat mag. Dat geldt ongeveer voor 1 op de 7 bezoekers. Dat ze blijven is één van de doelen. Maar er is meer. Er  zijn andere resultaten van Kerkproeverij die minstens zo belangrijk zijn.

Beeld 6: Ga je mee? (cartoon)
Een ander doel is dat mensen zich realiseren dat gastvrijheid, een uitnodigende cultuur, niet een mogelijkheid is van leven, maar een fundament van wat levenskwaliteit is. Een belangrijk resultaat van de campagne is het besef bij kerkmensen dat de ander de moeite van de nodiging waard is. En tegelijk dat je best trots mag zijn op je geloof en dat het zinvol is andere mensen daarbij te betrekken. Het blijkt dat veel mensen het leuk vindt om speciaal gevraagd te zijn

Beeld 7: Sociaal en institutioneel vertrouwen (statistiek)
Recent onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, in mei 2018 naar buiten gebracht onder de naam ‘Vertrouwen op de kaart’, laat zien dat de gemiddelde Nederlander het meeste vertrouwen heeft in de politie (74,5 procent), in rechters (72,9 procent) en de medemens (62,2 procent). De kerk komt er met 31,2 procent bekaaid van af. Al blijkt het vertrouwen in de kerk in Noord-Overijssel en de Veluwe beduidend hoger te zijn dan in Brabant en in Limburg.

Beeld 8: Weer gezicht krijgen (cartoon)
Waar komt dat gebrek aan vertrouwen vandaan? Er zijn diverse redenen. Het heeft ongetwijfeld met misstanden in de kerk te maken. Maar ik zoom vandaag in op iets anders. Ik wil verder denken met u over communicatie en ik sluit aan bij het onderzoek van het CBS. We lopen het risico dat we elkaar niet kennen. Dat we alleen beelden hebben. Dat er geen persoonlijke bekendheid is. Dan ben ik bij een tweede definitie. Ik gaf u de definitie van een beeldcultuur. Nu moeten we ook de definitie van beeldvorming toevoegen. Beeldvorming is de waardering die mensen hebben van entiteiten. Beeldvorming is gebaseerd op feiten, soms; op mythes, op vooronderstellingen, op praat van anderen. We hebben beeldvorming nodig, omdat het parallel loopt met routine en ervaring. Als er geen beeldvorming was, zouden we altijd en overal opnieuw moeten zoeken naar het lichtknopje. Dankzij onze vooroordelen kunnen we een aantal dingen doen op de automatische piloot en hoeven we slechts bij echt belangrijke zaken na te denken. Anne van der Meiden noemt dat ‘selectieve perceptie’. Je kan niet alles zien. Dus laat je je leiden door wat je wilt zien. Dat maakt waarneming minder inspannend. Selectieve perceptie geeft kleur aan de waarnemingen en bevestiging van wat we al in een vakje hadden gerubriceerd. Zolang de beeldvorming positief is, heb je het tij mee. Als de beeldvorming negatief is, is het heel moeilijk daar nog weer een open mind voor te creëren. Welnu, van de mensen die een keer meegaan naar een kerk, en niet direct terugkomen geeft de meerderheid aan dat hun beeld van de kerk opgefrist is. De omgangsvormen hebben zich ontwikkelt, ze hebben nieuwe liederen gehoord, de toonzetting is net even anders dan het was op het moment dat zij de kerk voor het laatst bezochten. Die geactualiseerde beeldvorming is een belangrijk effect van Kerkproeverij.

Beeld 9: Stoepkrijt
De kerngroep Kerkproeverij heeft dit jaar de keus gemaakt om kort voor de zondag en zaterdag van Kerkproeverij aandacht te zoeken voor het evenement door op twintig plaatsen kunstenaars street-art te laten verzorgen. Ik vind dat een gelukkige keuze. De kunstenaren maken verbeeldingen die mensen moeten verleiden een kerkdienst te bezoeken. Ze werken aan beeldvorming.

Beeld 10: Manier van presenteren (cartoon)
De kerken proberen met stoepkrijten en met de daarachter liggende campagne van Kerkproeverij de beeldvorming in positieve zin te beïnvloeden. De bedoeling herinnert mij aan een anekdote van twee groepen van monniken, die ik ooit hoorde tijdens colleges bij massacommunicatie. De ene groep van kloosterlingen is op bezoek bij een andere groep kloosterlingen. De bezoekers verbazen zich over de vrije moraal, om niet te zeggen  het ontbreken van de moraal bij de gastheren. De monniken die ze bezoeken blijken te roken, ondanks hun belofte tot eenvoudig leven. Als het zelfs bij één van de getijden doorgaat, spreken ze hun collegae daar op aan. ‘Hoe bestaat het dat jullie abt het goedvindt dat jullie roken tijdens het brevieren?’, vragen ze. Waarop de monniken antwoorden: ‘Zo hebben we het ook niet gevraagd. We hebben gevraagd: Waarde abt, hebt u er moeite mee als we tijdens het roken bidden?’ Hoe je iets presenteer, bepaalt kraak en smaak.


Ik wil nu een paar plaatjes laten zien, die tonen hoezeer beeldvorming gebaseerd op beelden, soms een enkel beeld, en hoe de indruk zich diep in de ziel kan nestelen. Niet alleen rond de kerk, maar ook maatschappelijk en politiek.

Beeld 11: Charlie Hebdoo (cartoon)
Er waren mensen die dachten dat plaatjes onschuldig waren, totdat ze zagen dat iemand die duidende plaatjes maakt er om gedood kan worden ….

Beeld 12: Vluchteling
Er waren nog mensen die de vluchtelingenproblematiek ontkenden, totdat ze dit….. plaatje zagen.

Beeld 13: IS-slachtoffer
We wisten ineens wat IS was, toen we deze foto zagen.

Beeld 14: Twee presidenten
En het verschil tussen twee presidenten kon niet beter worden weergegeven dan door deze twee plaatjes naast elkaar.

Beeld 15: Özil
De achtergrond van een populaire voetballer in Duitsland kreeg ineens een andere kleur door dit plaatje.

Beeld 16: Armoede
Hier moet ik even iets meer zeggen. De politici in Apeldoorn zeiden: ‘Armoede komt in onze gemeente niet voor’. Daarop hebben onder meer de kerken foto’s genomen en die op een centrale plaats in een park – meen ik – laten zien. En ineens zag je plaatje in deze stijl en je realiseert je: ‘Het is ook onder ons’.

Beeld 17: Beeldscherm
Er voltrekt zich een hele cultuuromslag. Wellicht kent u de ervaring dat u samen met een jonger iemand naar een computerscherm hebt gekeken. Die jongere klikt al weer weg nog voordat u de essentie van een pagina hebt kunnen grijpen. Die jongere pakt de kern, terwijl jij als oudere analytisch begint te lezen en te ordenen. We herkennen de ontwikkelingen persoonlijk.

En we realiseren ons dat er sprake is van een maatschappelijke ontwikkeling. Het is bewezen dat het aantal uren dat mensen lezen is afgenomen en het aantal uren dat mensen beeld kijken is toegenomen. Dagboeken worden verdrongen door fotoboeken. Communicatie wordt anders. Een beeld verwijst direct, een woord symboliseert. Een beeld verleidt; een woord organiseert. Het één is niet beter of minder; het één is niet slimmer of intellectueler. De mediahistoricus Mitchell Stephens zegt daarbij dat electronische videotaal nieuwe mogelijkheden biedt voor intellectuele expressie. 

Beeld 18: Stoepkrijt
Ik rond af met de stelling dat Streetart staat voor meer dan een toevalligheid. Het laat zien hoe onze cultuur verandert naar een beeldcultuur. En hoe we daar met een campagne op proberen in te haken.

Beeld 19: Streetart
Het beeld legt beslag op cultuur en op religie. Het impliceert voor de theologie dat er naast dogmatiek ruimte is voor beeldtaal, voor psychologie, voor marketing, voor wat mensen raakt.

II.
Beeld 20: Beeld vijftig jaar Raad

Ik kom tot het tweede deel. Welke plaats heeft de beeldcultuur gekregen in de achterliggende tien jaar dat ik bij de Raad van Kerken mocht werken? Nu kan ik een uitweiding geven over de inzet van social media, de website, en het publiciteitsbeleid.

Beeld 21: Collage uitgaven  
Maar ik kies voor de concentratie voor de veranderingen die we in de tijdschriften hebben doorgevoerd en ik vergelijk onze keuzes met een paar andere actuele tijdschriften. Dat geeft besef van afwegingen en dilemma’s.

Ik ben als algemeen secretaris begonnen op 1 april 2008 bij de Raad. Er was net een nieuw beleidsplan vastgesteld, eigenlijk een effectuering van de bezuiniging. Daarin waren fte’s weggesneden. Een enkele kerntaak werd genoemd. En enkele elementen waren facultatief gesteld. Afhankelijk van tijd en ruimte kon er invulling aan worden gegeven. Bij de facultatieve delen hoorde de publicatie van de Raad, het Oecumenisch Bulletin.

Het was evident, vond ik, dat schriftelijke publicaties niet horen bij het onderdeel ‘nice to have’, maar bij ‘necessary to have’. Iedere organisatie die zichzelf respecteert heeft een palet van communicatiemiddelen en laat deze zoveel mogelijk op elkaar aansluiten, de zogenaamde orchestratie van communicatiemiddelen. Je hebt ze allemaal nodig.

Beeld 22: Oecumenisch Bulletin 2007
Het Oecumenisch Bulletin zag er bij mijn komst zo uit. Eén van laatste edities voor mijn komst had de titel ‘Over een andere boeg’ en de ondertitel ‘Handreiking voor missionair kerk zijn in een tijd van kentering’. Daarin stond onder meer de zin: ‘De Raad roept de kerken op de mediacultuur te beleven als een uitdaging voor nieuwe manieren van evangelieverkondiging en kerk zijn’. Maar was zelf nog niet helemaal zo ver. ‘Het visuele element kan een belangrijk middel zijn de relatie te leggen tussen het evangelie, het eigen leven en de trancendente werkelijkheid’. ‘Men luistert met zijn ogen en denkt met zijn hart’. Einde citaat.

Om enigszins aan te sluiten bij actuele communicatievormen namen we op bureauniveau enkele beslissingen. We zagen enkele noodzakelijke aanpassingen:

1. Er waren visualisaties, plaatjes nodig. En dan niet van die kleine postzegels. Maar grote. Ik keek dat af van de Deutsche Bahn die gewoon mooie foto’s afdrukte met titels als ‘Was verbindet’, ‘Was kommt’. Maar er was meer:
2. Er was een nieuwe redactieformule nodig.
a. Korte stukken
b. Variatie in stukken (over land, regio en wereldwijd; en ook verschil tussen berichten, artikelen en columns)
c. Meer invalshoeken bij langere thema’s (zodat je vanuit meer invalshoeken een artikel kunt lezen)
d. De bevoegdheid bij de eindredactie om bij te veel kopij te knippen in de tekst en absoluut niet de foto te verkleinen, zoals tot dat moment te doen gebruikelijk.
Wat een cultuuromslag was vooral die laatste eis.
3. Er was een nieuwe druktechniek nodig.
a. Fullcolour, en dat begon al bij de opmaak, waarvoor Beppie van Laar tussen negen uur en tien uur ’s avonds en passant in eigen tijd zich een nieuw programma eigen maakte.
b. Beheersbare kosten, waardoor de uitgave elders moest worden gedrukt.
4. En dan misschien nog wel het belangrijkste en vaak vergeten: er was een actuele visie op distributie nodig. Laat ik het strategisch samenvatten met ‘de grens opzoeken van wat later de AVG zou gaan heten’.
Zo slaagden we er in de oplage van 950 te vertienvoudigen in tien jaar tijd naar 9500. Met heel veel waardering voor Beppie van Laar, die de vormgeving op zich neemt.

Laten we nu wat preciezer kijken naar de aard van de plaatjes. De keus van de illustratie is veel meer dan een keus van ‘even ontspanning’. Het is bepaald door de visie op mensen met wie je in contact treedt. Om dat te verduidelijken geef ik eerst een paar plaatjes van andere tijdschriften die in religieus Nederland actueel zijn.

Beeld 23: Petrus
Ik begin met een PKN-uitgave. De Petrus. Zoals de naam verraadt: een degelijk blad, ‘calvinistisch’ zullen we maar zeggen. Wat zeggen de illustraties over het beeld dat de PKN heeft van de lezer?
a. Ze zijn netjes, keurige buren.
b. Ze zijn gezellig, niet te snel uit de ban springend.
c. Ze wonen in de buurt en als je ze ’s avonds tegenkomt op een eenzaam perron voel je je best veilig.
Zelfs de papierkeus, die op het beeld wat korrelig overkomt, is van een recyclelook, wat het idee versterkt dat de personen inwisselbaar zijn.
‘Een christelijke Libelle’ zeiden wij in de wandelgangen, waarbij het een spannende vraag blijft in hoeverre je zo’n uitgave als non-profit-organisatie brengt of dat kunt overlaten aan de markt.

Beeld 24: Klooster!
Ik pak een rooms-katholiek blad van Adveniat. De uitgeverij van Leo Fijen. Klooster!
a. Ze zijn een beetje klassiek, en zelfbewust.
b. Niet gedateerd, zeker van deze tijd en toch ook buiten de tijd. Op de één of andere manier is de tijdloosheid open naar onze tijd, men schaamt zich de datering niet. Het lijkt wel of dat ze juist omhoog tilt. Apart zet. De papierkeus is royaal glimmend, ook wat opdikkend; het mag allure uitstralen.

Beeld 25: Orthodoxe kerk
Ik zet er nog een andere stijl naast. Orthodox.
Gewijd, goud, devoot. Niet iemand die je op straat tegenkomt. Dat lijkt ook helemaal niet de bedoeling te zijn. De eigen serene wereld is iets voorbij de waan om je heen. Het is juist die eigen werkelijkheid die ontstijgt aan het hier en nu.

Beeld 26: Happinezz
Ik pak een seculiere uitgave. Het best lopende blad in de seculiere markt, doet het beter dan de ANWB-gids. Happinezz. Gemaakt door Inez van Oord, daar dankt het blad ook de naam aan.
a. bijzondere combinatie van oud en nieuw.
de klassieke illustratie van Gustav Doré suggereert een oude traditie, maar het is gemanipuleerd, waardoor het de indruk wekt eigentijds te zijn. Je geeft er een eigen draai aan. Je bepaalt zelf wat je uit het oude meeneemt en wat niet. Want het nieuwe, dat zie je wel, is sterker dan het oude. Het oude verkrult, waar het  nieuwe begint. Je eigen authenticiteit doorbreekt de oude lijn.

Beeld 27:  Oecumenisch Bulletin in drievoud
En zo kom ik bij het bulletin van de Raad. Ik pak een laatste uitgave over arbeid.
Het is abstract, maar niet helemaal. Je krijgt een aanzet in je denken, maar je moet het zelf afmaken. Hoe zit het met die armen? Wat doen die benen?

Beeld 28: Bulletin met doek Veronica
Een hoofd. Wie is het? Lijdt hij pijn? Heeft hij verdriet? Waarom?

Beeld 29: Bulletin met beelden Fernand Léger
Een man lijkt het. Voor een machine. Iemand die rookt? En allemaal mensen, de één schuift voor de ander. Schilderwerk van Fernand Léger. Je moet nog even denken, voordat je het snapt.

Beeld 30: Alternatief monopoly
Ah monopoly. Dat kennen we. Algemeen Fonds. Kans. Nee, geen kans. Toch niet. Het plaatje roept een vraag op, die je zelf nog weer moet beantwoorden, of associëren. Je vult zelf een deel van de betekenis in. Bewust of onbewust. Je wordt geconfronteerd met je eigen selectieve perceptie. Klopt die wel? Het beeld zet je op een spoor en laat je ook weer twijfelen. Zo kan verbeelden, verleiden en tot vernieuwen leiden.  

Beeld 31: HSV-Jongerenbijbel
De keuzes die we maakten bij de Raad, sluiten aan bij andere segmenten van mijn leven en werken. Allereerst bij mijn werk als uitgever. Hier de HSV Jongerenbijbel. De oude bijbels waren bruin of zwart. Maar als uitgever ben ik in 2003 begonnen met andere bijbels. U vindt dit nog niet in de handboeken die bijbelwetenschappers uitgeven. Je had het tot op dat moment een klein beetje bij uitgaven als Het Leven en Groot Nieuws voor Jou. Maar ik denk dat dit genre Bijbel-Plus uiteindelijk een andere manier van uitgeven is. We zijn begonnen met Bijbeltekst op een spread met diverse invalshoeken om te lezen en te kijken. Net zoals kranten dat doen. Niet beginnen linksboven en dan van links naar rechts analytisch. Maar: korte stukjes waar je kunt beginnen. Of je begint bij een plaatje. 

Beeld 32: Bibliotheek Zwolle
Die keuzes voor de beeldcultuur maken we ook als bibliotheek. Mijn andere nevenactiviteit. Ik ben al jaren lid van de Raad van Toezicht van de openbare bibliotheek in Zwolle, u weet het misschien niet, maar deze bibliotheek is in 2018 gekozen vanuit de brancheorganisatie tot de beste bibliotheek van Nederland. De Stadkamer. Eén van de keuzes die de Stadkamer maakt net als andere bibliotheken is de verkoop van veertig procent van de boeken. Vervolgens rubriceren we de boeken per interessegebied. En een deel van de boeken wordt volgens de winkelmethode gepresenteerd met het cover naar voren. We proberen lezers te verleiden. Lezers kijken eerst en gaan dan pas lezen, of ze gaan bladeren. In zo’n cultuur heeft het weinig zin boeken op alfabet van de auteur neer te zetten.

Ik sluit mijn tweede punt af: de vertaalslag van de beeldcultuur naar het werk bij de Raad van Kerken.  We hebben proberen bij te dragen aan een andere manier van communiceren.

III.

Beeld 33 : Cultuuromslag oecumene en theologie (cartoon)

Ik kom tot de derde rubriek. De oecumene. Slagen we er in de oecumenische theologie bij het beeld te krijgen? Ik begin maar met wat citaten.
Princeton Theological Review besteedde in 2010 een special aan het thema ‘The Church after Google’. Een paar citaten: ‘We need to move from church 1.0 to church 2.0’. Analytisch denken maakt plaats voor associatieve accenten. Ik citeer Matt O’Reilly en Erwin Raphael McManus: ‘One of those dramatic changes in our environment is the shift from words to images. To do church in a way that is entirely text-driven is the kiss of death’. Erwin Raphael McManus heeft, dat zal u niet verbazen een achtergrond bij de emerging church.  Ik denk aan een nieuwe mode bij jonge mensen: de snapchat. Het beeld is er even, maar als het zijn werk heeft gedaan, mag het al weer verdwijnen.

Er zijn twee vormen van theologiseren die je naast elkaar kunt stellen: het beeldend denken, het associatieve denken, aan de ene kant en het analytische denken aan de andere kant. Beide elementen houden elkaar tot zekere hoogte op spanning. Soms is de een sterker, dan weer de ander. Toen Gutenberg de boekdrukkunst uitvond was dat een impuls voor het analytische denken. Mensen leerden waarheid en werkelijkheid te duiden door met hun vingers systematisch langs een regel te gaan, en de ene gedachte op de andere voort te borduren. Bij de verbeelding is het niet het vingertje, maar de buik die in één keer een gevoel voelt opkomen. Al in de Bijbel zie je van beide voorbeelden. De bergrede kent nogal wat analytisch denken: ‘De ouden hebben gezegd: ‘Oog om oog, tand om tand’, maar ik zeg u: ‘Heb uw vijanden lief’. De gelijkenissen werken meer vanuit één plot, één verbeelding. 

Beeld 34: Beeld perichorese

De consequenties van de beeldcultuur werken stimulerend uit voor de oecumene. Het impliceert dat we bij allerlei verschillen tussen kerken minder focussen op kleine bijzinnetjes. Het gaat om het hart, om de intentie. Dus zagen we in de achterliggende tijd dat er een dooperkenning kon worden getekend. Dus zagen we dat bij het gesprek over het avondmaal we tot de ontdekking kwamen dat we qua beleving elkaar heel dicht zijn genaderd en dat nieuwe accenten als ‘de maaltijd in het koninkrijk’ en ‘de gemeenschap der heiligen’ in alle denominaties worden herkend. We zagen dat we over een delicaat onderwerp als de vierde levensfase elkaar konden vinden in een verlangen het leven voluit te leven. We bleken in de gevoelswaarde, in de associatie vaak meer één te zijn, dan we als kerkleiding op dat moment beleidsmatig konden vertalen. We hebben meer oecumenische vrucht ontvangen dan we als organisatie konden oogsten.

De basis voor die eenheid ligt mijns inziens in het godsbeeld. Alles wat de theologie doet en nalaat begint m.i. bij het beeld dat men heeft van God. Het gaat dus achter de ruimte die we elkaar geven om de vraag hoe we God zien. Welk beeld hebben we van Hem? Ik zie dan een opening in verschillende kerkfamilies om met een zekere ruimhartigheid in te zetten. We zien in verschillende tradities dat God zelf zich op allerlei manieren aanpast bij de veranderingen in de cultuur. We hebben daar in verschillende tijden ook woorden voor. We spreken over acculturatie in de katholieke traditie. Over perichorese in de orthodoxe traditie. Over accommodatie in de protestantse theologie. Steeds weer gaat het om het vermogen van God zich aan te passen bij nieuwe omstandigheden. Juist die flexibiliteit van God zelf zou ons een open hart voor de oecumene moeten kunnen geven.

Beeld 35: Zoek de verschillen (cartoon)

Juist door vanuit het beeld en een associatieve benadering van kerkzijn te kiezen bleken we ook op interreligieus gebied kilometers te kunnen maken. We herkenden een zelfde inzet in het verlangen zingeving en spiritualiteit niet uit het publieke domein te laten verbannen. En ook verlangden we gezamenlijk naar een wereld waarin terrorisme niet kan worden goedgepraat met een beroep op religie. We bleken bij concrete contacten dichtbij elkaar te kunnen opereren. We gingen samen naar ambassades als er een aanslag was geweest. We ontvingen samen prinses Beatrix die als een soort beschermvrouwe de ontwikkelingen volgde.

Beeld 36: Klimaatloop

De insteek op het beeldende denken bleek ook in maatschappelijke vragen verbindend te werken. We vroegen door naar het hart. En het bleek dat er eigenlijk bij alle vragen van vluchtelingen, van armoede en van duurzaamheid unaniem door de Raadsleden kon worden geopereerd. Ik herinner me eigenlijk geen stemmingen in de Raad dat er oppositie was aan het einde. Wel applaus. Dat is opmerkelijk. Het heeft te maken met het zoeken naar het hart van menselijkheid. En niet naar handigheidjes in de politiek, of in de theologie. Het mocht gaan om betrokkenheid van wat je ziet en wat je voelt.

Beeld 37: Peter Sleebos
Heel veel ging gewoon vanzelfsprekend goed. Een enkel punt, een enkele ervaring schiet er boven uit. Misschien kan ik het verhelderen aan het voorbeeld van de gesprekken of er nieuwe kerken lid zullen worden. Ik heb in die gesprekken eigenlijk niet meer meegemaakt, dat men moeite heeft met de theologie. Hoe zou men ook. Er is voor de kerken buiten de Raad altijd wel een lidkerk binnen de Raad te vinden die zeer herkenbaar invulling geeft aan de dogmatiek. Theologisch is er nauwelijks een alibi te verzinnen om niet mee te doen met de fellowship van kerken. Vaak zijn het de beelden, de beeldvorming waar men moeite mee heeft. En het lukt enkele kerkleiders om daar iets aan te doen. Ik noem met eerbied Pieter Sleebos. Toen hij voorstelde aan de VPE om lid te worden en merkte dat er verzet was, heeft hij opnames gemaakt bij ons op kantoor en is hij persoonlijk allerlei plaatselijke kerken afgelopen en heeft gewerkt aan een bijgesteld beeld. Ere wie ere toekomt.

Beeld 38: Paus Franciscus en Agnes Abuom
Soms gaat het gewoon goed

Beeld 39: Vijf secretarissen
Ik kom tot een afronding. Ik wil u bedanken. Voor de genade die u me gunde. Het vertrouwen. De loyaliteit. Een plek tussen vier andere  mensen die ik waardeer. Ik zal ze nog een keer naar voren halen.  Herman Fiolet, Wim van de Zee, Ineke Bakker en een nog onbekende collega na mij.

Beeld 40: Een beeldende lijn
Kijken we vanuit het format van de beeldcultuur, dan zien we de ontwikkeling.

a. Herman Fiolet. Analytische tekst (theologie). Dergelijke tekst refereert aan het verstand. Het probeert de seculiere wereld te overtuigen.
b. Wim van der Zee. Symbolische tekst (liturgie). Dergelijke tekst refereert aan het hart. Het helpt ons het menszijn te vieren.  
c. Ineke Bakker. Appelerende tekst (engagement). Dergelijke tekst refereert aan de handen. Het spant zich in om de wereld te dienen, de wereld te verbeteren.  
d. Klaas van der Kamp. Beeld (identiteit).  Dergelijke tekst refereert aan menselijkheid. Wat zou het mooi zijn als het er in slaagt verdieping aan te brengen aan het leven.  
e. xxx. Bewegend beeld (solidariteit). Dergelijke tekst richt zich op de beweging. Het beoogt de krachten van het goede te versterken binnen seculiere wereld.

Beeld 41: Schiphol en Den Helder
We hebben geëxperimenteerd met werkbezoeken. Ik weet zeker dat ik het idee van het werkbezoek meeneem de regio in. Het geeft een veelheid van beelden. Ik citeer uit Princeton Theological Review, Philip Clayton, Het gaat om ‘experience’. ‘We go there to do things’. ‘You have to experiment’. ‘Theology is  not something you consume, but something you produce’.

Beeld 42: Kerkproeverij 2018
Dat Kerkproeverij voor mensen die het even kwijt waren dat gevoel mag oproepen, weer te ervaren. Dat is mijn wens.

Rest me enkele mensen te bedanken.

Beeld 43: Beppie van Laar
Ik dank mijn collega Beppie van Laar. Een coach als ik dat nodig had. Een leviet als er iets moest gebeuren. Een fijne collega, En in Beppie dank ik de honderden vrijwilligers die om niet bergen verzetten voor de oecumene. Piet van der Pol. Rob de Boer. Rinze Marten Witteveen, Teun Jan Tabak. En honderden anderen.

Beeld 44: Dirk Gudde
Ik dank Dirk Gudde, onze voorzitter. Een man die het ideaal van de oecumene in de ziel meedraagt. Analytisch scherp. Joviaal, loyaal. En in Dirk dank ik de tientallen bestuurders die veel energie gunnen aan het werk van de oecumene.

Beeld 45: Cadeau
Ik dank u allen die hier gekomen bent. Toen het Centraal Comité onlangs bijeen was, was er een pauzeprogramma. Of we iets wilden schilderen van de oecumene. Karin van den Broeke maakte een levendig ideaal van de pelgrimage. Ik heb toen dit schilderwerk voor u gemaakt. Het is een zon. Een opgaande zon. De zon der gerechtigheid. Die we kennen uit de Aäronitische zegen. In feite is die zegen een drieslag van een zon die steeds hoger boven ons gaat schijnen. De Here zegene ons en behoede ons. De zon van de gerechtigheid kome nog hoger en doet zijn aangezicht over ons lichten. De zon van de gerechtigheid verheft zijn aangezicht over ons en geeft ons vrede.

Beeld 1: Kerkproeverij

Beeldcultuur

Over Kerkproeverij
Over tijdschriften
Over oecumene

Beeld 2: Opzet

Beeld 3: Michael Harvey

Beeld 4: Ruan Crew (lezer)

Beeld 5: Blijven komen

Beeld 6: Ga je mee?

Beeld 7: Vertrouwen

Beeld 8: Gezicht krijgen

Beeld 9: Stoepkrijten

Beeld 10: Manier presenteren

Beeld 11: Charlie Hebdoo

Beeld 12: Vluchteling

Beeld 13: IS-slachtoffer

Beeld 14: Twee presidenten

Beeld 15: Özil

Beeld 16: Armoede

Beeld 17: Beeldscherm

Beeld 18 Stoepkrijt

Beeld 19: Streetart

Beeld 20: Vijftig jaar Raad

Beeld 21: Collage

Beeld 22: Bulletin 2007

Beelden 23: Petrus

Beeld 24: Klooster!

Beeld 25: Orthodoxe kerk

Beeld 26: Happinezz

Beeld 27: Bulletin drievoud

Beeld 28: Doek Veronica

Fragment 29: Léger

Beeld 30: Monopoly

Beeld 31: HSV

Beeld 32: Bibliotheek

Beeld 33: Cultuuromslag

Beeld 34: Perichorese

Beeld 35: Verschillen

Beeld 36: Klimaatloop

Beeld 37: Peter Sleebos

Fragment 38: Paus / Abuom

Fragment 39: secretarissen

Fragment 40: Beeldende lijn

Fragment 41: Schiphol

Fragment 42: Kerkproeverij

Fragment 43: Beppie van Laar

Fragment 44: Dirk Gudde

Fragment 45: Cadeau